NZH 5511

Nadat de direct na de tweede wereldoorlog ingestroomde Ford trambussen op de stadsdiensten van Haarlem en Leiden door Crossley bussen waren vervangen, bleken deze wagens te log en te zwaar voor de smalle straten in deze binnensteden. Er werd gezocht naar materieel dat voor dit werk beter geschikt was. De gerenommeerde busbouwer Verheul had ondertussen een eigentijds ontwerp ontwikkeld waarmee in andere steden met een nauwe binnenstad al goede ervaringen waren opgedaan. De NZH schafte in 1955 een serie van 55 bussen aan voor de stadsdiensten in Leiden en Haarlem.

Gekozen werd voor de Holland Coach van de carrosseriebouwer Verheul. Verheul ontwikkelde in die periode de semi-zelfdragende Royal Holland Coach (11 meter) voor lijndiensten en Holland Coach (9,4 meter) voor stadsdiensten. Deze stadsbussen werden door Verheul opgebouwd met componenten van de Leyland Tiger Cub. Omdat er gebruik werd gemaakt van Leyland componenten van het type Tiger Cub werden de bussen bij de NZH “Cubjes” genoemd. In een later stadium schafte de NZH nog eens 35 van deze bussen aan met een aangepast front met bolle voorruit. Ze kwamen allen in een grijs/witte kleurstelling in dienst. Buiten de NZH schafte tevens de GEVU, de VAD en Nefkens dit type bussen aan. In totaal zijn er 169 van deze stadsbussen gebouwd waarvan de meeste (90 stuks) bij de NZH actief waren.

In 1966 werden deze bussen bij de NZH afgelost door de Leyland-Verheul LVS serie 5354-5374 en werden de meeste Holland Coach bussen verkocht. Onder andere de WSM en de VAGU namen enkele van deze bussen over.

De 5511 ging in mei 1966 naar de sociale werkplaats in Amersfoort en kwam later in 1971 bij Nefkens onder het wagennummer 17 in gebruik (uitsluitend voor groepsvervoer). Op 28 mei 1980 werd de wagen overgenomen door een aantal liefhebbers die de 5511 later onderbracht bij de Stichting Museum Streek- en Stadsautobussen Amsterdam (MUSA). Na enkele museale ritten is de bus de werkplaats ingegaan met het doel deze weer in de originele NZH uitvoering te brengen. Door omstandigheden is dit werk nooit afgemaakt en is de bus in 2011 in een demonteerde staat door de HBM overgenomen en voorlopig opgeslagen.